Raymond tovert niet meer
Het Belgische voetbal heeft gisteren zijn meest kleurrijke en wellicht succesrijkste figuur verloren. Raymond Goethals was een matige doelman die uitgroeide tot een meester-tacticus. De Brusselaar loodste de Rode Duivels naar het WK '70 in Mexico en de halve finale van het EK '72 en dat leverde de hem de bijnaam ,,de Tovenaar'' op. Hij bereikte vijf Europese finales en is de enige Belgische trainer die de Europese beker voor landskampioenen won.
(1921 - 2004)
RAYMOND Goethals is een van de grootste namen van het Belgische voetbal. Als trainer boekte hij niet alleen successen in eigen land, maar ook in Brazilië, Portugal en Frankrijk. Vooral bij onze zuiderburen staat hij in hoog aanzien. Hij werd er niet voor niets ,,Raymond la Science'' (de wetenschapper) genoemd.
Goethals verdedigde tussen 1933 en 1949 het doel van Daring Brussel. Nadien stond hij nog drie seizoenen onder de lat bij Racing Brussel. Een onvergetelijke indruk liet hij niet na als ballenvanger, maar tussen het doelhout kreeg hij de tijd om na te denken over het voetbal. Goethals werd in de jaren '60 een van de belangrijkste vernieuwers van het voetbalspel.
Hij begon in 1956 bij Stade Borgworm aan zijn trainerscarrière. Drie jaar later verbaasde hij bij zijn St.-Truiden met zijn nieuwe voetbalopvattingen. Zoals iedere doelman had hij graag veel verdedigers in de buurt. Raimundo was ook gek van de buitenspelval en aanhanger van ,,huug'' (hoog) spelen.
St.-Truiden pakte uit met een lijnverdediging en maakte het speelveld klein. De tegenstanders wisten geen blijf met deze aanpak en 1966 werden de Kanaries vice-kampioen. De eigenzinnige trainer was opgemerkt door de bondsleiding en werd de assistent van bondscoach Tuur Ceuleers, die onder selectieheer Constant Vanden Stock werkte. Goethals was in die periode nog aan de slag als bediende op een of ander ministerie.
In juni 1968 werd Raymond Goethals de eerste Belgische bondscoach met de volledige sportieve bevoegdheid over de Rode Duivels. Hij loodste de nationale voetbalelite naar de eindronde van het WK '70 in Mexico, maar Van Himst en co werden er verteerd door heimwee en verveling.
Twee jaar later won de Belgische ploeg brons op het EK. In de aanloop naar de wereldbeker van 1974 dwong Goethals twee keer een blank gelijkspel af tegen het Oranje van Cruijff. Jaren later fulmineerde hij nog tegen de Russische scheidsrechter Kazakov, omdat die ten onrechte een doelpunt van Jan Verheyen had afgekeurd.
Goethals was ook een grandioze entertainer. Vooral de duels tegen de ,,Ollanders'' inspireerden hem tot hoogst komische interventies, in een onvergetelijke mengeling van Frans, Vlaams en vooral Brussels.
Na 45 interlands ging Goethals opnieuw voor Constant Vanden Stock werken. Die was inmiddels voorzitter van Anderlecht geworden. De Tovenaar bereikte twee keer de finale van EC II en won één keer. In 1979 wenkte het buitenlands avontuur. Via Bordeaux werd hij technisch directeur van Sao Paulo.
Het Brusselse Ketje met zijn geverfde haardos en eeuwige sigaret keerde naar België terug. Bij Standard maakte hij zijn grote droom waar en won twee landstitels. Nadien bleek dat de Luikenaars bij de beslissende match voor de eerste titel hun winstpremie hadden overgemaakt aan de spelers van Waterschei. Goethals wist hoe het er bij Anderlecht aan toe ging en wilde geen risico's nemen. Hij zou sterke man Roger Petit overtuigd hebben het geld via Eric Gerets door te sluizen.
Goethals werd geschorst en vluchtte na het omkoopschandaal in 1986 naar het Portugese Guimarães. Hij keerde snel terug en besliste het rustiger aan te doen. De technisch directeur van Racing Jet zat kort nadien echter weer in de dug-out van Anderlecht.
Raimundo keerde terug naar Bordeaux en sloeg iedereen met verstomming toen hij als 69-jarige de sportieve baas werd bij het woelige Olympique Marseille van Bernard Tapie. Marseille verloor in 1991 de finale van Europacup I, maar stond twee jaar later opnieuw in de eindstrijd en klopte het machtige Milan van Maldini, Rijkaard en Van Basten met de tactiek van St.-Truiden anno '60. Het was de vijfde Europese finale van Goethals en zijn absolute ,moment de gloire', maar de Uefa ontnam de Fransen de beker met de grote oren omdat Marseille in de competitie tegenstanders had omgekocht. Goethals vond het welletjes. Ook al keerde hij in augustus '95 nog even op de bank van Anderlecht terug.
Raymond Goethals at, dronk en sliep voetbal, lang voor de slogan was bedacht. Vanwege zijn kennis van het internationale voetbal en scherpe analyses was hij, tot hij een paar jaar terug ziek werd, een graaggeziene gast als commentator. Zelf stoorde hij zich nimmer aan kritische bespiegelingen. Het Belgische voetbal verliest met Raymond Goethals een grote voetbalkenner en een, in alle betekenissen van het woord, fantastische man.
07/12/2004 François Colin
©Copyright De Standaard
Het Belgische voetbal heeft gisteren zijn meest kleurrijke en wellicht succesrijkste figuur verloren. Raymond Goethals was een matige doelman die uitgroeide tot een meester-tacticus. De Brusselaar loodste de Rode Duivels naar het WK '70 in Mexico en de halve finale van het EK '72 en dat leverde de hem de bijnaam ,,de Tovenaar'' op. Hij bereikte vijf Europese finales en is de enige Belgische trainer die de Europese beker voor landskampioenen won.
(1921 - 2004)
RAYMOND Goethals is een van de grootste namen van het Belgische voetbal. Als trainer boekte hij niet alleen successen in eigen land, maar ook in Brazilië, Portugal en Frankrijk. Vooral bij onze zuiderburen staat hij in hoog aanzien. Hij werd er niet voor niets ,,Raymond la Science'' (de wetenschapper) genoemd.
Goethals verdedigde tussen 1933 en 1949 het doel van Daring Brussel. Nadien stond hij nog drie seizoenen onder de lat bij Racing Brussel. Een onvergetelijke indruk liet hij niet na als ballenvanger, maar tussen het doelhout kreeg hij de tijd om na te denken over het voetbal. Goethals werd in de jaren '60 een van de belangrijkste vernieuwers van het voetbalspel.
Hij begon in 1956 bij Stade Borgworm aan zijn trainerscarrière. Drie jaar later verbaasde hij bij zijn St.-Truiden met zijn nieuwe voetbalopvattingen. Zoals iedere doelman had hij graag veel verdedigers in de buurt. Raimundo was ook gek van de buitenspelval en aanhanger van ,,huug'' (hoog) spelen.
St.-Truiden pakte uit met een lijnverdediging en maakte het speelveld klein. De tegenstanders wisten geen blijf met deze aanpak en 1966 werden de Kanaries vice-kampioen. De eigenzinnige trainer was opgemerkt door de bondsleiding en werd de assistent van bondscoach Tuur Ceuleers, die onder selectieheer Constant Vanden Stock werkte. Goethals was in die periode nog aan de slag als bediende op een of ander ministerie.
In juni 1968 werd Raymond Goethals de eerste Belgische bondscoach met de volledige sportieve bevoegdheid over de Rode Duivels. Hij loodste de nationale voetbalelite naar de eindronde van het WK '70 in Mexico, maar Van Himst en co werden er verteerd door heimwee en verveling.
Twee jaar later won de Belgische ploeg brons op het EK. In de aanloop naar de wereldbeker van 1974 dwong Goethals twee keer een blank gelijkspel af tegen het Oranje van Cruijff. Jaren later fulmineerde hij nog tegen de Russische scheidsrechter Kazakov, omdat die ten onrechte een doelpunt van Jan Verheyen had afgekeurd.
Goethals was ook een grandioze entertainer. Vooral de duels tegen de ,,Ollanders'' inspireerden hem tot hoogst komische interventies, in een onvergetelijke mengeling van Frans, Vlaams en vooral Brussels.
Na 45 interlands ging Goethals opnieuw voor Constant Vanden Stock werken. Die was inmiddels voorzitter van Anderlecht geworden. De Tovenaar bereikte twee keer de finale van EC II en won één keer. In 1979 wenkte het buitenlands avontuur. Via Bordeaux werd hij technisch directeur van Sao Paulo.
Het Brusselse Ketje met zijn geverfde haardos en eeuwige sigaret keerde naar België terug. Bij Standard maakte hij zijn grote droom waar en won twee landstitels. Nadien bleek dat de Luikenaars bij de beslissende match voor de eerste titel hun winstpremie hadden overgemaakt aan de spelers van Waterschei. Goethals wist hoe het er bij Anderlecht aan toe ging en wilde geen risico's nemen. Hij zou sterke man Roger Petit overtuigd hebben het geld via Eric Gerets door te sluizen.
Goethals werd geschorst en vluchtte na het omkoopschandaal in 1986 naar het Portugese Guimarães. Hij keerde snel terug en besliste het rustiger aan te doen. De technisch directeur van Racing Jet zat kort nadien echter weer in de dug-out van Anderlecht.
Raimundo keerde terug naar Bordeaux en sloeg iedereen met verstomming toen hij als 69-jarige de sportieve baas werd bij het woelige Olympique Marseille van Bernard Tapie. Marseille verloor in 1991 de finale van Europacup I, maar stond twee jaar later opnieuw in de eindstrijd en klopte het machtige Milan van Maldini, Rijkaard en Van Basten met de tactiek van St.-Truiden anno '60. Het was de vijfde Europese finale van Goethals en zijn absolute ,moment de gloire', maar de Uefa ontnam de Fransen de beker met de grote oren omdat Marseille in de competitie tegenstanders had omgekocht. Goethals vond het welletjes. Ook al keerde hij in augustus '95 nog even op de bank van Anderlecht terug.
Raymond Goethals at, dronk en sliep voetbal, lang voor de slogan was bedacht. Vanwege zijn kennis van het internationale voetbal en scherpe analyses was hij, tot hij een paar jaar terug ziek werd, een graaggeziene gast als commentator. Zelf stoorde hij zich nimmer aan kritische bespiegelingen. Het Belgische voetbal verliest met Raymond Goethals een grote voetbalkenner en een, in alle betekenissen van het woord, fantastische man.
07/12/2004 François Colin
©Copyright De Standaard
Reacties
Een reactie posten