De Pakketboot
De vernieuwingswerken aan het vroegere Nationaal Instituut voor Radiotransmissie (N.I.R.), dat acht jaar geleden in extremis geklasseerd werd, en dat in 1998, dankzij de n.v. Omroepgebouw Flagey, een nieuwe bestemming en toekomst kreeg, zijn eindelijk klaar. Niet alleen is het gebouw gerehabiliteerd, maar dankzij een nieuw en dynamisch profiel krijgt zijn geschiedenis ook een boeiend verlengstuk.

De oprichting, in 1930, van het Nationaal Instituut voor Radio-omroep betekende het einde van de pionierstijd van de radio. Op dat moment ontwikkelde het medium zich zodanig dat een modern omroepgebouw echt noodzakelijk werd. Eind 1933 werd een wedstrijd uitgeschreven en de jury bekroonde het project van de Belgische architect Joseph Diongre. Zijn ontwerp combineert een streven naar architecturale vernieuwing met de wens te voldoen aan de strengste eisen op akoestisch en technisch vlak. Het origineelste aspect van het project is dat het publiek een volwaardige plaats krijgt, wat duidelijk tot uiting komt in de architecturale uitwerking van het gebouw. De architect besteedde eveneens bijzondere aandacht aan de afwerking, de keuze van de materialen en liet aangepast meubilair ontwerpen. Door de soberheid en het pragmatisme van zijn concept, bouwde Diongre, tussen 1935 en 1938, de ‘geluidsfabriek’ waar vraag naar was en één van de eerste omroepgebouwen in Europa.

Vanaf zijn inhuldiging kent de pakketboot wereldfaam. De intrinsieke eigenschappen van de studio’s (in het bijzonder Studio 4) worden over de hele wereld erkend en trekken de meest prestigieuze musici van de eeuw (klassiek, hedendaags en jazz) aan, zowel voor concerten en festivals als voor opnamen. De geschiedenis van het gebouw is steeds verbonden geweest met radiofonische en muzikale creatie en kende vanaf 1953 de opkomst van de televisie, het nieuwe medium dat een geweldige expansie zou ondergaan. Zo werd het N.I.R. gedurende meer dan dertig jaar het audiovisuele centrum bij uitstek. Wanneer de oorspronkelijke eigenaars het gebouw in 1974 verlieten, werd het tot 1995 de thuishaven van verschillende culturele instellingen en kreeg het door die nieuwe functie een bijkomende dimensie.

Reacties