Hoet Af

Tegen mijn verwachting in ging Jan Hoet dan toch dood.
Nadat hij hersenbloedingen, hartaanvallen, nierinsufficiëntie en kanker als accidents de parcours had afgedaan, dacht ik dat hij, onder het opsteken van nog een sigaret, een zekere graad van onsterfelijkheid had bereikt. Zijn onsterfelijkheid zat ’m ook wel in zijn onverschilligheid voor de dood. Waarom zou hij het in godsnaam over de dood hebben als hij nog lang niet uitgepraat was over actuele kunst die voor hem de weg, de waarheid en het leven was? En wanneer zou hij daar ooit over uitgepraat raken? De verpleegsters van de nachtdialyse vond hij in zijn latere jaren ook een mooi gespreksonderwerp. Maar geen kunst. Nog net niet.
Bij m'n Ollandse vrienden pleegt men steevast bij 'klaar is Kees',
ik hou het op sober simpel kunstig 'klaar is Jan'. Chapeau.

Reacties